In de film De Bende van Oss speelde het 'wapen van Oss' ook een rol |
Vijftiende brief, deel 3
De inwoners van Oss zijn in de hele Meierij uiterst berucht vanwege hun voorliefde voor het vechten met messen, al waren zulke vechtpartijen vroeger meer in de mode dan tegenwoordig. Maar ook nu gaan er weinig kermissen of jaarmarkten voorbij waarop niet met het mes gevochten wordt. Ik zag hier verschillende mensen die de sporen van hun vechtlust nog in het gezicht droegen. Enkele jaren geleden woonde hier een man die men de gemeentes kop noemde, zonder twijfel omdat zijn hoofd en aangezicht, dat huiveringwekkend doorkerfd was, hem niet alleen als de voornaamste voorvechter deden kennen, maar ook omdat iedereen als het ware het recht had om hem uit te dagen.
Men noemt de littekens van messneden in iemands gezicht gewoonlijk het wapen van Oss (in andere dorpen wordt ook wel eens met messen gevochten, maar oneindig veel minder vaak). Je ziet dus dat die snijdende liefhebberij hier in vroeger tijden enorm in gebruik is geweest, anders zou men er zeker geen spreekwoord van hebben gemaakt.
In de hei bij Nistelrode liggen ontzaglijk veel keitjes, sommige daarvan zijn echter zeer groot en wegen enkele honderden ponden. Men zegt dat daaronder ook diamanten gevonden worden. Van hieruit maakte ik een rondje over Geffen en Nuland. Het eerste dorp mag bogen op een mooie kerk en toren, alsmede een kasteel. Het laatste bezit ook een voortreffelijke kerk met een overheerlijk grafmonument van de heer van dit dorp. De toren, die tamelijk hoog is, heeft een grote knop. Dat is al het opmerkelijke dat ik hier gezien heb. Beide dorpen zouden ook zeer sterk geleden hebben van de rampen van de oorlog in vroeger tijden.
Op mijn wandeling van Heeswijk hierheen vertelde een man mij, dat hij heel vaak, ook nog heel recent, door de “Nachtmerrie werd bereden”, zoals hij zich uitdrukte. Omdat zij hem niet met rust wilde laten, wilde hij nu een mes mee in bed nemen om haar dood te steken als ze weer kwam. Ik probeerde hem ervan te overtuigen dat dat allemaal natuurlijk was. Ik gaf hem een beschrijving van het fenomeen en verzekerde hem dat hij daarvan verschoond zou blijven, als hij ’s avonds weinig at, niet op zijn rug zou gaan liggen (of zeer laag met zijn hoofd) en zich niet met beangstigende gedachten bezig zou houden. Maar niets kon hem overtuigen, hij wilde nergens in geloven.
Ik voeg hier nog aan toe, dat de dwaze roomsen de Nachtmerrie voor een spook houden, dat echter tegelijk vlees en botten heeft. Zij zijn er vreselijk benauwd voor en nemen als middel om behoed te blijven voor dit spook, de voorzorg hun schoenen of klompen achterstevoren voor het bed te zetten. Dan kan het spook daar niet in stappen om zo het bed in te klimmen. Zo wordt de Nachtmerrie lelijk bij de neus genomen. Oh! Wat zijn de roomse bijgelovige Meierijenaars toch slim!! Had jij ooit gedacht, dat ze zo vernuftig waren om zelfs een spook zo lelijk te foppen!? Hoe kan het verstand het zo ver schoppen? Het is verbazingwekkend en... Maar genoeg!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten