Kerk in Leende (collectie BHIC, inv.nr. PNB001039038) |
Negende brief, deel 1
Geliefde vriend!
Vandaag ben ik zeer vroeg uit Budel vertrokken. De zon verscheen met nieuwe luister aan de oostelijke horizon, het was een mooi ochtend. Hoe verrukkelijk toch is de aanblik van de opkomende zon! Geen wonder dus dat de oude heidenen de zon als een godheid vereerden en aanbaden, omdat ze nu eenmaal niets mooiers, niets nuttigers ook zagen of kenden. Ik werd getroffen door het aanschouwen van dit hemelse licht in zijn opkomende glans en luister. Mijn ziel steeg vol gevoel op tot de Schepper van alle dingen. Dankbare vreugdetranen rolden over mijn wangen en ik zei bij mijzelf:
Eeuwige – eeuwige lof aan God!
Die door zijn hemelbode,
Door de zon, die het allemaal verkwikt
Met zijn koesterende stralen,
Alles weer doet ademhalen
En ons nieuw leven verschaft*
Hoe opgeruimd was ik in mijn hart! Hoe aangenaam deze ochtendwandeling! Maar goed, genoeg hierover. Jij, mijn vriend, weet uit eigen ervaring wat een genoegen het zien van Gods werken ons oplevert. Laat mij dit daarom maar niet verder op mijn gebrekkige wijze (beter kan ik toch niet) voor jou schetsen. Laat ik liever overgaan op mijn reisverslag.
Mijn bedoeling was eerst om van Budel via Maarheeze naar Someren te gaan. Maar toen ik hoorde dat mijn route dan gedeeltelijk door de Peel zou leiden, en dus dat die eenzaam en bovendien lastig om te vinden zou zijn, veranderde ik van voornemen en wandelde ik over Soerendonk naar Leende, waar ik zeer vroeg aankwam. Leende is een mooi dorp met een fraaie kerk en een uitstekende toren, voorzien van een grote knop. Deze toren is in vroeger tijden door de bliksem getroffen en afgebrand, maar is opnieuw grandioos opgebouwd, mooier nog dan hij van tevoren was. Ook hier hebben de roomsen de hervormde kerk overgenomen, ook al was hun eigen kerk zeer goed en mooi.
*) De Denker, Deel IV, no 177, p. 159
Geen opmerkingen:
Een reactie posten