Vijfde brief, deel 5
De hervormden en de roomsen hadden hier een overeenkomst over de kerken gesloten. De eersten zouden de grote kerk voor een bepaald bedrag afstaan en daarvoor in de plaats de kapel krijgen, waarin de botermarkt werd gehouden. Deze kapel is een zeer oud, tufstenen gebouw. Sommigen menen zelfs dat het een oude tempel van de Romeinen is geweest, maar daar kan of wil ik niets over zeggen. De hervormden zouden bovendien nog enige tijd hun diensten in de grote kerk mogen vieren, totdat de kapel in orde was gebracht. Maar de roomsen hielden zich niet aan dat deel van de afspraak. Ze pakten de kerk af voordat de kapel klaar was en belemmerden op die manier de hervormden enige tijd in de uitoefening van hun eredienst.
Ergerlijk, ja zelfs verwerpelijk is hij, die eens gemaakte afspraken niet als heilig eerbiedigt!
Toen ik in Oirschot was en daar een dag of drie moest blijven (het was te ver om op één dag een uitstapje te maken van Bladel naar Oirschot en terug), wandelde ik een keer naar Best, dat, terwijl het één uur gaans van Oirschot ligt, toch gerechtelijk onder dat dorp valt. In Best wonen veel klompenmakers, die met hun “holblokken” of klompen een bloeiende handel met Holland drijven. De bebouwing van dit dorp ligt zeer verspreid, niet ver van de steenweg tussen ’s Bosch en Eindhoven. Je treft hier langs deze weg een herberg aan die aan het Rijk toebehoort en gewoonlijk de Bestsche Barrière wordt genoemd. Daar moeten alle rijtuigen tol betalen, maar een voetganger is daarvan vrijgesteld.
Ook in dit dorp hebben de roomsen tegenwoordig de grote kerk in handen. Het is de eerste kerk die in de Meierij door de roomsen is overgenomen. Zodra de Fransen in 1794 in ’s Hertogenbosch waren, bewoog de priester (een zeer vijandige en domme kerel) hier hemel en aarde om die kerk in zijn macht te krijgen en dat is hem gelukt. Er stroomde een menigte mensen toe vanuit allerlei plaatsen, zelfs vanuit Den Bosch, toen die priester er voor de eerste keer een mis in opdroeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten