De 'Heuvel' in Tilburg, met voor de deur van hotel de Gouden Zwaan een rijtuig om de gasten van en naar het station te vervoeren (bron: RAT) |
Vierde brief, deel 6
Ik: dat is toch vreemd. Hoe kan een volk zo dom, dwaas en blind zijn? Ik twijfel geen moment dat er onder de priesters (de goeden niet te na gesproken) veel liefhebbers zijn van wijntje en Trijntje. Het zou een wonder zijn, als al die mensen die reeds in hun vroege jeugd tot priester werden opgeleid, nu juist tot die soort zouden behoren die geen menselijke zwakheden kennen. Is dat niet zo?
De onbekende: twijfel daar maar geen moment aan! Ik vertel u niet anders dan de waarheid, die ik voor de hele wereld staande wil en kan houden.
Onder dit gesprek waren we in Tilburg nog voor we het beseften. Nadat wij met elkaar een glas wijn gedronken hadden, reed de vriendelijke Onbekende verder naar Breda. Ik bedankte hem voor zijn vriendelijkheid, hij mij voor mijn gezelschap en wenste mij een aangename reis en een prettige wandeling toe. Ik bleef hier. Ik stel me zo voor een paar dagen hier door te brengen, voordat ik verder ga.
Nu mag ik deze brief wel gaan afronden, want hij is naar mij toeschijnt lang en belangrijk genoeg. Je hebt immers al brieven van mij gekregen en je zult er ook nog wel meer krijgen, die bij lange na niet zo van belang waren of zullen zijn als deze. Ik heb me dus voldoende ingespannen om je alles zo op papier over te brengen. Ik leg de pen nu neer om die bij de eerste gelegenheid weer op te nemen, maar eerst schrijf ik hieronder nog dat ik altijd ben:
geheel de jouwe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten