Negentiende brief, deel 6
Alle roomsgezinden in de Meierij verzekeren met stelligheid dat hun priesters de macht bezitten om in het geval er ergens brand ontstaat, de wind van richting te doen veranderen en zo de vlammen naar die kant te laten overslaan waar ze de minste schade kunnen aanrichten of andere huizen aansteken. Dat noemen ze: de wind verzetten.
Ook dichten ze hun priesters het vermogen toe om iemand die hen zou willen aanranden vast en onbeweeglijk op één plaats te laten staan als een standbeeld, net zo lang als het hun goeddunkt. Dit noemt men: stijf maken. Ik heb hiervan vele voorbeelden van horen vertellen en overal bezwoer men dat het de waarheid was.
Bovendien schrijft men de priesters de macht toe om iemand, wie dan ook van hun keuze, onkwetsbaar te maken. Dit wordt door hun bestempeld als hard maken. In één woord: de macht van de priesters is in de gedachten van de meierijenaars weinig minder dan de Almacht. Ik uitte mijn ongeloof hierover tegen een roomse, maar hij zei:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten