Een snaphaan |
“Als ik sterf”, zo redeneerde ik bij mezelf, “als ik sterf en ik zie mijn vriend hier niet meer, dan zullen wij elkaar toch ooit weerzien, want:
de eigen hand, die hier mijn hart,
hem verpande in vreugd en smart,
drukt hem weder -
de eigen lippen van ’t gevoel
ademen, voor Gods rechterstoel,
vriendschap even teder. - "
hem verpande in vreugd en smart,
drukt hem weder -
de eigen lippen van ’t gevoel
ademen, voor Gods rechterstoel,
vriendschap even teder. - "
Voor ik verder schrijf, wil ik je letterlijk het grafschrift meedelen, dat ik te Deurne heb gekopieerd, maar dat ik niet terug kon vinden, zoals ik je al gemeld heb. Dat grafschrift is gemaakt op de eerste hervormde schepen, die daar op een avond vanwege de religie verraderlijk werd doodgeschoten, zoals blijkt uit het onderstaande vers. Hij werd verwond met een roer (een meierijs woord dat snaphaan [=geweer] betekent). Ik geef het zoals ik het heb gevonden op een hardstenen zerk die voor het koor in de kerk ligt.
Ik had het in mijn aantekenboekje gelegd en omdat ik dat nu weer eens van voor tot achter doorbladerde en herlas om de tijd te verdrijven, vond ik die aantekening tot mijn grote vreugde weer terug. Hier is het:
Om trovhijt voor Godts woordt, om iver voor het recht,
zijn lagen onderweg aen Jacop Govrts gelecht,
Als hij vuijt sijn beroep quam in den avoentstont
een moorder met een roer hem doodelijck heeft gewondt.
Ter eeren sij ghedacht den naam van desen man,
die om Godts woort en ’t recht de doot af wachten kan.
Het randschrift rondom de zerk luidt als volgt:
Hier licht begraven Jacop Govrts van der Horst, in sijnder tijt Schepen der Heerlijchijt Deurne en desselfs dinghbanck, die op den 28 mij in de Heere is ontslapen 1670.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten