donderdag 8 maart 2012

Vanuit de chaos van verwarring

Zestiende brief, deel 7

Echt waar! Als het op een eed aankomt, trekt een geus altijd aan het kortste eind, namelijk zodra de roomse zweert. Volgens de kundige Rabener is een eed bij velen niets anders dan een beleefdheidsbetuiging aan God, maar bij een roomse is een eed een middel om alles precies zoals je wilt gedaan te krijgen. Hier heb je, mijn vriend, een antwoord op jouw vragen.

Nu zou ik je nog wel het een en ander over bepaalde gebruiken en bijgelovigheden van de meierijenaars kunnen melden, maar die wil ik liever bewaren voor mijn volgende brief. Dat zal dan waarschijnlijk de laatste zijn die je van mij uit Tilburg, of zelfs de Meierij, zult krijgen, want ik hoop binnenkort dit land te verlaten dat je zeer juist “een chaos van verwarring, een centrum van vervolging en een wirwar van bijgelovigheden” hebt genoemd.

Na deze brief zult je er nog één van mij krijgen en dan kom ik die zeer spoedig zelf achterna gereisd om jou en de jouwen weer te omhelzen. Ik verheug me al op het vooruitzicht binnen enkele dagen mijn hartsvriend weer te zien en ik noem mij in die zekere verwachting je standvastige en onveranderlijke
Vriend.

Geen opmerkingen: