De verloren zoon... |
In de eerste aantekening uit inventarisnummer 32 in zijn archiefcollectie beschrijft Stephanus Hanewinckel het verhaal van de verloren zoon in het Meierijs dialect. Hierdoor tref je zinnen aan als: "Jen zeeker mens ha tweeje zeuns. En de jongste van heur zee toe de vajer..."
Achter deze aantekening zit vervolgens een aandoenlijk briefje over de "begrafenis van wijle Mevrouw Hanewinckel-van Schmidt auf Altenstadt", van 22 oktober 1855. Ogenschijnlijk koel is opgetekend wie de dragers moeten zijn (de meid, de knecht) en wat een en ander gaat kosten. Inclusief doodskleed en baar en draagloon komt dat neer op 40 gulden en 90 cent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten