Hanewinckel gaat in de vijftiende brief, deel 6 wat dieper in op het onderwijs aan de zogenaamde Latijnse Scholen. Hij is daar niet erg positief over, vooral niet over de scholen (hoe kan het ook anders) onder katholieke leiding : “(…) zo slecht als het Latijn in de roomse scholen onderwezen wordt, dat tart iedere verbeelding.”
Maar Hanewinckel geeft ook aan hoe het naar zijn idee anders zou kunnen: “Mij lijkt dat men in onze scholen de leergierigheid wat meer zou mogen prikkelen. Het hele onderwijs zou de jeugd meer moeten vermaken en meer ingericht moeten worden naar het begripsvermogen van de jongeren.”
In hoeverre klopt het beeld dat onze dominee schetst? We hebben daarvoor een andere bron. In 1815 werd mr. H. Wijnbeek aangesteld als “Inspecteur der Latijnsche Scholen” in Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en Utrecht. Tussen 1817 en 1849 schreef hij negen rapporten over de onderwijssituatie. Over de Brabantse Latijnse Scholen is zijn oordeel niet mals. Zijn visie sluit dan ook naadloos aan bij die van Hanewinckel.
De scholen bevinden zich qua onderwijs “in een zeer achterlijke staat”. Er wordt alleen Latijn gegeven (de rijksoverheid had inmiddels ook andere vakken verplicht gesteld, zoals Grieks, geschiedenis en aardrijkskunde). De onderwijsmethode leek “opzettelijk uitgedacht om het aanleren van die taal zo moeilijk en vervelend mogelijk te maken.” De docenten verbeeldden zich intussen echter dat hun lesmethode de hoogste graad van volmaaktheid had bereikt.
Wijnbeek zag dat anders: “het ontwikkelen van de verstandelijke vermogens van de leerling, zijn geest met nuttige vaardigheden te verrijken, hem gevoel bij te brengen voor het krachtige en schone der oude schrijvers, dat alles ontbreekt hier over het algemeen.” En het gebruikte leerboek, de grammatica van Simon Verepaeus (overigens begraven in de Bossche Sint-Jan), was ook niet bepaald actueel. Dat stamde nog uit 1560 (en werd nog in 1864 in Bergen op Zoom herdrukt)!
Zo tegen 1850 is de inspecteur veel positiever over de ontwikkelingen. Op een enkele plaats staat er nog wel een “eigenzinnig warhoofd” les te geven, maar met de nieuwe generatie docenten gaat het uiteindelijk de goede kant op.
De verslagen van Wijnbeek zijn gepubliceerd in twee artikelen:
- J.L.M. de Lepper, “De Latijnse Scholen van Noord-Brabant in de negentiende eeuw” In: Brabantia 3 (1954) p. 241-299, en
- R. Reinsma, “De Latijnse Scholen van Noord-Brabant in de negentiende eeuw”. In: Varia Historica Brabantia IV (1975), p. 307-313.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten