Vijftiende brief, deel 6
Onze Latijnse scholen kunnen in het algemeen gesproken allemaal wel wat verbetering gebruiken, maar zo slecht als het Latijn in de roomse scholen onderwezen wordt! Dat tart iedere verbeelding.
Mij lijkt - maar ik geef mijn mening graag voor een betere - dat men in onze scholen de leergierigheid wat meer zou mogen prikkelen. Dat kan, naar mijn idee, het best door leuke en voor de jeugd geschikte verhalen, puntige en scherpe gezegden en zo voort van de beste schrijvers te verzamelen en die de jeugd in handen te geven om te vertalen. Op dezelfde manier zou men de jeugd ook de grammaticale regels moeten leren. Kortom: het hele onderwijs zou de jeugd meer moeten vermaken en meer ingericht moeten worden naar het begripsvermogen van de jongeren. Vind je ook niet, lieve vriend?
Ik zal deze brief nu niet langer maken, maar alles opsparen tot ik weer terugkom, want morgen en overmorgen ben ik van plan om een grote excursie te maken naar enkele dorpen in de buurt en verderop. Als ik dan weer hier terug ben, zal de tijd die ik voor mijn reis heb uitgetrokken wel bijna om zijn. Ik kom dan waarschijnlijk weer snel bij je terug, want ik verlang daar inmiddels heel erg naar.
Intussen hoop ik bij mijn terugkomst hier een brief van je te vinden, die mij verzekert dat het jou en de jouwen goed gaat en dat je mij nog niet vergeten bent, maar voortdurend denkt aan je reizende en wandelende
Vriend.
P.S. Als je nog iets over de Meierij of zijn inwoners te vragen hebt, meldt me dat dan. Dan kan ik proberen om bij een of andere deskundige navraag te doen, als er iets in je vragen is, wat ik niet weet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten