Het onthaal van Antonie van Gils, zoals opgetekend in een Tilburgs dagboek |
Eergisteren ben ik hier aangekomen. Ik ben al een keertje door Tilburg heen gelopen. Dit dorp is het grootste van de hele Meierij en ook een van de grootste van onze hele Republiek. Het is als een stad aangelegd: in het midden ligt een groot marktplein. Ook zie je er een mooie kerk en een fraai kasteel. De straten zijn met keien geplaveid.
Tilburg gaat er flink prat op, dat enkele jaren geleden een van de inwoners als primus van de Leuvense Universiteit hier werd ingehaald. Die plechtigheid gebeurde met alle pracht en praal. Hij werd bijna vereerd als een halfgod, als een mens die ver boven de anderen in kunde uitsteekt. Zijn onthaal gebeurde bijna op dezelfde manier als, naar men leest, de oude rederijkers hun intochten in een of andere stad hielden.
Men maakte bij die gelegenheid gebrekkige rijmen, vooral jaarspreuken, want dat zijn de geliefde rijmsels van de Brabanders. Dit is een van de betere die ik gevonden heb, dus je kunt makkelijk beoordelen wat de kwaliteit van de rest was:
eCCe t Is Voorzeker en geVVis
Dat Van gILs prIMUs Is
Wat vind je van dit vers? Men gooit er een Latijns woord in om toch maar het zo gewenste jaartal te bereiken!
Hier weeft men, net als in Geldrop, grote hoeveelheden wollen lakens. De weverijen vormen hier de belangrijkste industrie. De lakens die men vervaardigt, zijn zeer mooi en er worden duizenden ellen van verkocht onder de naam van “Leids laken” (al hebben ze Leiden nooit gezien).
Het wordt tijd dat ik naar bed ga, want het is al laat. Ik laat deze brief verder liggen om hem morgen of wanneer ik tijd heb, verder af te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten