Klik voor een vergroting |
Het schrijven zit het gezin Hanewinckel kennelijk in het bloed. Niet alleen Stephanus neemt de pen ter hand, ook zijn vrouw en zijn kinderen. Zijn echtgenote rijmt met een stevige knipoog:
“K wil den minste ook niet weezen
Op den verjaardag van mijn Man;
k zou het daarom eens proberen,
of ik ook wat rijmen kan”
“Kom dan vrolijk maar begonnen,
Kunstig kan het tog het zijn,
Statig dat is ook niet nodig
Bij een stevig glaasje wijn”
(...)
“Gelijk dit glas neemt aan de kleuren,
Van het vogt dat het bevat,
moet ik als gij bedroeft zijt treuren
Juichen wanneer gij vrolijk bent
(...)
Laat het genoeg zijn met deez menschen
Vult het glas, en leeg de kan;
Vrolijk zijn hier alle menschen,
Leef lange nog mijn lieve Man
Alida ondertekent met de wat raadselachtige tekst: "Ik kom nu wel wat agter na maar ben tog uw Vrouw."
Bron: gedicht "'k wil de minste ook niet weezen" door Alida (von Schmidt auf Altenstadt) op de verjaardag van haar man, circa 1800 (collectie Hanewinckel, inv.nr. 13)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten