Dertiende brief, deel 3
Dat ging zo vanaf Handel tot aan de kerk in Gemert. Hij stelde de persoon van Jezus voor. Een paar anderen, gewapend met snaphanen en sabels, waren de soldaten. Ze hadden hem aan een touw om zijn middel vastgebonden en trokken hem daarmee over straat, sloegen met hun sabel op het houten kruis, wat een dof en akelig geluid gaf, omdat het kruis hol is, en schreeuwden voortdurend: voort! voort!.
Op enkele plaatsen viel de man op de grond alsof hij bezweken was en vanuit een naburig huis kwam men dan aanzetten met wat drank om onzen Heer (zo zei men dat) te laven. Als hij neerviel, knielden duizenden mensen voor hem.
Achter de kruissleper kwam de priester in zijn misgewaad met de ciborie of gewijde ouwel. Hij liep onder een baldakijn, dat door vier personen werd gedragen. Daarachter volgden andere geestelijken, ook in hun staatsiekleding.
Nooit heb ik met meer afgrijzen een processie bekeken dan hier in Gemert, al was het er op zo’n moment zeer levendig en vrolijk. Want tijdens een bedevaart wordt van alles gekocht en verkocht. Het lijkt net een kermis. De huizen zijn allemaal versierd met groene takken, de herbergen zitten propvol met volk, men danst en springt er lustig rond, men zuipt bij het leven en men doet er allerlei slechte dingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten